Onzichtbaar?


Ik zie je

Vandaag moest ik op de fiets medicatie halen voor Toendra, dat is even een eindje fietsen. Ik zag er in eerste instantie tegenop maar ik ben toch gegaan. Mijn gedachten waren weer vol aan sinds het opstaan na een onrustige nacht. Meestal brengt wandelen of fietsen wat rust. En ik probeerde tijdens de fietstocht ook naar buiten te keren in plaats van in mezelf opgesloten te zijn. Ik probeerde rond te kijken, sowieso om ook op te letten in het verkeer. Want ik voelde me gisteren even een dagje wat beter en meteen was er weer de angst dat er dan vast wel weer iets zou gebeuren. Misschien kreeg ik wel een ongeluk. Ik besefte me ook wel dat zo denken het gevaar van isolatie met zich meebracht. Dus, ja, ik ben toch gegaan.

Onderweg en bij de dierenkliniek en de winkels waar ik daarna moest zijn begon ik om me heen te kijken. Hoeveel onzichtbaar leed zou er zijn? Misschien doen we allemaal maar alsof. Misschien is het een groot toneelspel. Aan mij is ook niet echt te zien welke innerlijke strijd ik lever. Soms zijn dingen zijn wel zichtbaar aan de buitenkant, maar dat wil niet zeggen dat diegene aan de binnenkant worstelt. Misschien wel niet. Maar hoeveel onzichtbaarheid is er? Waarom zijn we niet meer open over wat er werkelijk in ons omgaat.

Op dagen dat ik weinig mensen zie/hoor kijk ik graag interviews, YouTube filmpjes, podcasts e.d. over mentale zaken. Door psychologen en psychiaters, en door mensen met eigen ervaringen. Ik leer daarvan. Ik vind dat zeer interessant. Het geeft me het gevoel dat ik niet gek ben, dat waar ik momenteel mee worstel niet ongewoon is. Dat er heel veel mensen mee worstelen en dan voel ik me niet zo alleen. Maar als ik dan zo buiten loop, of mensen spreek in mijn omgeving, dan denk ik wel eens dat ik echt de enige ben.

Een van de mensen die ik graag hoor spreken is Dirk de Wachter, een Belgische psychiater-psycholoog. Hij weet mentale zaken zo goed en mooi te verwoorden. En hij is een woordkunstenaar. Hij creëert woorden die zo goed de lading dekken van wat er momenteel in de maatschappij speelt. Huidhonger noemt hij strelingstreven. Onze ik-gerichte maatschappij noemt hij ikkigheid. Geweldig vind ik dat. Hij heeft bijzondere inzichten over het leven en de huidige maatschappij. Hij pleit voor meer aanwezigheid, meer aanraking. Het koffietje drinken op de hoek, en het wandelen in stilte. Want dan komen de echte gevoelens naar boven en naar buiten. Dan krijgen we het echte antwoord op de vraag hoe gaat het.

Het raakt me iedere keer wat hij zegt. Ik weet dat hij gelijk heeft. Wat wij als sociale mens echt nodig hebben is verbinding. Ik heb ooit wel eens een blog geschreven over het gebrek aan verbinding. Zo bijzonder in deze tijden van altijd online en bereikbaar zijn. Juist nu we meer dan ooit verbonden zouden kunnen zijn is de verbinding verbroken. We zijn alleen maar bezig met uiterlijkheden, met streven en resultaat behalen. We mogen niet meer ongelukkig zijn, het ultieme levensdoel is geluk geworden. En daardoor kunnen we het niet meer zo goed aan als het even wat minder gaat.

Mensen als Dirk en andere professionals krijgen het steeds drukker. De coaches zijn niet aan te slepen. Zelfs dieren worden als therapeuten ingezet. En dat terwijl, zoals Dirk ook aangeeft, eigenlijk we elkaars beste therapeut zouden mogen zijn. Maar wat doen we als iemand ons vraagt hoe gaat het? Oh goed hoor. Zelden zeggen we hoe het echt gaat. Allebei de kanten op. Als het fantastisch gaat is het ook oh goed hoor. Als we in een burn-out zitten is het ook goed hoor. Heel misschien als we fysieke problemen ervaren zeggen we niet zo goed hoor. Want de diepte ingaan dat durven we niet. Of hebben we geen tijd voor, nee, willen die tijd niet meer nemen.

Hoe zou de wereld eruitzien als we eerlijker waren naar elkaar, meer open over wat er echt gaande is. Als we elkaar zouden aanraken vanuit ons hart, zonder bijbedoelingen. Zonder dat er meteen een metoo gedachte bij komt kijken. Hoe mooi zou het zijn als je dan ontdekt dat jij niet de enige bent die worstelt met jezelf, met de wereld, met je relaties, met je eenzaamheid. Dan komt er automatisch verbinding.

Ja, ik ben het met veel dingen eens waar Dirk over vertelt en filosofeert. Hij is een bijzonder mens. Hij geeft zelf aan dat hij een bevoorrecht mens is omdat zijn ouders hem graag zagen. Hij beseft dat hij een bevoorrecht leven heeft want hij leeft in een land van vrede en kan elke dag eten op tafel zetten. Die tafel die onder een eigen dak staat. Hij ziet vaak anders in zijn werk. Maar door zijn goede start en basis denk ik dat hij goed om kan gaan met tegenslagen. En dat maakt hem zeker een bevoorrecht mens.

Ik heb een redelijke start gehad. Ik weet niet of mijn ouders mij graag zagen, er zat veel niet goed in ons gezin. De verhoudingen waren scheef. Er gebeurde dingen die onze basis hebben ontwricht. Ik weet daardoor nu niet goed hoe ik me in relatie tot anderen houding mag geven, me mag gedragen. Ik vind het moeilijk en verwarrend. Ik vertrouw anderen niet snel. Ik ben altijd op mijn hoede want wie weet wat ze allemaal van me willen. Geef ik de ander dan wel een kans? Ik weet het niet. Ik heb geen relaties geleerd. En heb niet geleerd hoe ik tegenslagen kan verwerken. Kan omzetten in levenslessen. Ik ben bang geworden voor tegenslagen.

Ik heb het vermoeden dat Dirk een bijzonder mens is met zo’n goede start. Zovelen van ons hebben dat niet mogen ervaren. Daarbovenop de huidige ikkige maatschappij waar we van alles delen op sociale media maar toch ook weer niks. Waar het allemaal aan de oppervlakte blijft. Gebakken lucht. Waar iedereen waarschijnlijk meer behoefte heeft aan dat koffietje op de hoek of die stiltewandeling. Waarbij er echt gedeeld mag worden. En het onzichtbare zichtbaar mag worden.

Nou drink ik geen koffie, dus het zal een theetje worden, maar mijn voornemen is om me meer open te gaan stellen voor theetjes en wandelingen. En aanraking op fysiek, ziels- en harts-niveau.

Ik hoop dat meer mensen dit gaan doen, dat het mobiele en online leven minder de boventoon gaat voeren, dat er weer een balans mag komen. Dat er echte oprechte interesse is voor onze medemens, dat we niet proberen elkaars problemen te repareren maar dat we wel voor elkaar klaarstaan. Dat we met elkaar in gesprek gaan als er een kink in de kabel is in plaats van mysterieuze teksten op sociale media te plaatsen, en echt naar elkaar luisteren in plaats van alleen maar op elkaar te vitten. Dat we proberen de redenen te achterhalen waarom iemand zo reageerde. Dat we eerlijk naar elkaar mogen zijn zonder grof te worden. Dat we de kunst van communiceren weer terugvinden, via dat koffietje, of die lunch, of dat biertje in het café op de hoek, via die wandeling in de natuur. En niet via ingewikkelde teambuildingsessies op de hei, of inschakelen van allerlei mediators. Ik gun dat iedereen. We hebben elkaar echt nodig.

Zoals Dirk zo mooi zegt: waar vinden we troost? In de aanwezigheid van de ander.

Op naar zichtbare onzichtbaarheid.

Diana

Leave a comment